NEN 3011:2021

Veiligheidskleuren en -tekens in de werkomgeving en in de openbare ruimte

Laatste update: 26-01-2023


De NEN 3011 is een Nederlandse norm die voorschriften biedt voor veiligheidskleuren en ontwerp principes voor het voorkomen van ongevallen, brandbestrijding, informatie over gevaren voor de gezondheid en evacuatie bij noodgevallen. De laatste versie NEN 3011:2021 vervangt de vorige versie NEN 3011:2015.

De voornaamste veranderingen in de laatste versie zijn toevoegingen van vluchtwegaanduiding voor personen met een mobiliteitsbeperking (welke reeds zijn vermeld in de ISO 7010) en een aanpassing van achterhaalde informatie over waarnemingsafstanden ten op zichten van de grote van veiligheidstekens.

Waar wordt de NEN 3011 toegepast?


Net als de ISO 7010 is de NEN 3011 bedoelt in alle gebieden waar veiligheid van mensen van toepassing is, uitgezonderd veiligheidstekens voor lucht- weg- en spoorverkeer en de scheepvaart. In Europa is sinds juli 2012 de ISO 7010 van kracht en in Nederland is deze geïmplementeerd als de NEN-EN-ISO 7010. Hierin zijn de meeste gangbare veiligheidspictogrammen voor werkomgevingen en de openbare ruimte opgenomen. In de NEN 3011 zijn een aantal extra symbolen opgenomen die voor Nederland van toepassing zijn, vanwege wet- en regelgeving of omdat hier in de praktijk behoefte aan is:

ReferentiePictogram
Verzameling BHV middelenPictogram BHV

Borden - Stickers
Brandslang met losse straalpijpPictogram brandhaspel met losse straalpijp

Borden - Stickers
Hydrant met Storz
Pictogram Hydrant met Storzkoppeling

Borden - Stickers
Aansluitpunt droge blusleidingPictogram aansluitpunt droge blusleiding

Borden - Stickers
Ondergrondse brandkraan (aansluitpunt voor opzetstuk)Pictogram ondergrondse brandkraan

Borden - Stickers
Nooddeur vrijhoudenPictogram Nooddeur vrijhouden

Borden - Stickers
Branddeur sluiten verplichtPictogram Branddeur Sluiten Verplicht

Borden - Stickers
Verboden toegang voor onbevoegden

(met of zonder verklarende tekst)

Pictogram Verboden Toegang Voor Onbevoegden

Borden - Stickers

Waarnemingsafstand, waarnemingshoek en afmeting van veiligheidstekens

Hoe groot moeten pictogrammen zijn? - Infographic

In de ISO 3864-1:2011 en de NEN-ISO 9182-2 is reeds informatie opgenomen over waarnemingsafstanden ten opzichte van de hoogte van veiligheidstekens en in de aangepaste NEN 3011:2021 wordt dit verder uitgewerkt en verduidelijkt.

Waarnemingsafstand

De verhouding tussen de waarneembare afstand (l) en de hoogte van een veiligheidsteken (h) wordt uitgedrukt in de afstandsfactor (z).
In het beginsel van het bepalen van de afstand en hoogte wordt van een waarneming uitgegaan waarbij de waarnemer loodrecht onder een hoek van 0 graden naar het midden van een veiligheidsteken kijkt. Voor het bepalen van de afstandsfactor is een test vastgelegd in de NEN-ISO 9186-2. Als deze testgegevens niet beschikbaar zijn, kan er gebruik worden gemaakt van een waarde van 60 voor de afstandsfactor van veiligheidstekens.

De waarnemingsafstand kan als volgt worden berekend:
waarneembare afstand (l) = afstandsfactor (z) * hoogte van een veiligheidsteken (h)

Hoogte van veiligheidsteken

Personen moeten in staat worden gesteld om vanaf een veilige afstand kennis te nemen van potentiële gevaren en noodzakelijke veiligheidsmaatregelen. Een risico analyse kan bepalen wat een veilig waarneembare afstand (l) is, welke waarnemingshoek moet worden gebruikt en wat de verlichtingsomstandigheden zijn. Met deze gegevens kan vervolgens de minimale hoogte van een veiligheidsteken worden bepaald:

De hoogte kan als volgt worden berekend: (fig. 1)
hoogte van een veiligheidsteken (h) ≥ veilig waarneembare afstand (l) / afstandsfactor (z)

Onder slechte verlichtingsomstandigheden moet de afstandsfactor (z) vermenigvuldigd worden met 0,5. (fig. 2). In het geval van vluchtwegaanduiding, waarbij gebruikt wordt gemaakt van normale of fotoluminescerende materialen met belichting van buitenaf, wordt de afstandsfactor (z) bepaald door de verlichtingssterkte ter plaatste van het teken. Over het algemeen wordt hiervoor een afstandsfactor van 100 gebruikt. (fig. 3). Mocht er gebruik worden gemaakt van intern verlichte vluchtwegaanduiding (verlichtingsarmaturen), dan wordt de afstandsfactor (z) bepaald door de luminantie van de witte contrastkleur. In de praktijk wordt hiervoor als standaard een afstandsfactor van 200 aangehouden. (fig. 4).

Bovenstaande afstandsfactoren gelden voor personen met een normale of gecorrigeerde gezichtsscherpte. Voor personen met een slechtere gezichtsscherpte moet de afstandsfactor worden aangepast. Voor gezichtsscherpte van bijvoorbeeld 0,5 en 0,1, moet de afstandsfactor (z) worden vermenigvuldigd met respectievelijk 0,5 en 0,1.

Waarnemingshoek

Bij waarneming onder een hoek moet de afstandsfactor (z) worden gecorrigeerd worden met de formule: afstandsfactor (z) = afstandsfactor (z)*Cosα. Bij een waarnemingshoek van 30°, 45° en 60°, moet de afstandsfactor respectievelijk met 0,87, 0,71 en 0,50 worden vermenigvuldigd.

Hoe groot moeten pictogrammen zijn - Infographic

Bouwbesluit


In het huidige bouwbesluit wordt er over vluchtroute aanduiding in bestaande gebouwen verwezen naar de vervallen NEN 6088:2002. Voor nieuwe te bouwen werken wordt er nog verwezen naar de NEN 3011:2004